Lalique
Als kind hield ik al van glas. Ik herinner me hoe ik als 11- jarige in een uitverkoop een glazen champagnekoeler kocht. Het oppervlak geëtst en geslepen tot een wit gekrast onregelmatig motief. Handgeblazen handvatjes. Ik heb de koeler nog steeds, en als 51 jarige bewonder ik de goede smaak van mijn jongere zelf.
Met die champagnekoeler begon mijn fascinatie voor glas. Samen met mijn moeder haalde ik boeken over glaskunst uit de bibliotheek. En zo leerde ik Rene Lalique kennen, een Franse glaskunstenaar die vooral werkte vanaf de jaren 80 van de 19e eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. Lalique ontwierp onder andere vazen, sierraden, parfumflesjes en ramen. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Het was de eerste keer dat ik kunst wilde hebben, wilde bezitten.
Afgelopen week bezocht ik het Lalique museum in Doesburg. En hoewel mijn smaak veranderd is, stelde mijn oude liefde niet teleur. Met een grote loep kon ik de wonderschone details van de broches en flessehalsjes zien. Het zonlicht liet het glas flonkeren, met een stap naar links of rechts veranderde glans en werden nieuwe details zichtbaar. Sommige werken deden verrassend modern aan. En bij de kettingen was de hebberigheid en begeerte er ook weer. Helaas zat alles achter glas. Gelukkig maar.